Financiën

Algemeen
Het BBV betreft het financieel verslagleggingskader voor provincies en gemeenten. In 2014 heeft een adviescommissie, bestaande uit de VNG, het ministerie van BZK en vertegenwoordigers van gemeenten en provincies, onder voorzitterschap van Staf Depla, wethouder van Eindhoven, een rapport uitgebracht over vernieuwing van het BBV. De op dat moment geldende versie van het BBV dateert van 2004. De vernieuwing van het BBV is vooral gericht op het verbeteren van de sturingsinformatie en de onderlinge vergelijkbaarheid. Hiermee wordt horizontale sturing en verantwoording verder versterkt. In het Staatsblad 2016, nr. 101 is het wijzigingsbesluit BBV gepubliceerd. De vernieuwing van het BBV bestaat uit zeven ‘thema’s’ (financiële kengetallen, beleidsindicatoren, taakvelden, verbonden overhead, investeringen van maatschappelijk nut en grondexploitaties) die in de begroting 2017 zijn verwerkt.
De vernieuwing van de beleidsindicatoren heeft voor de begroting 2017 nog geen gevolgen, omdat de beleidsindicatoren voor provincies nog onderhanden zijn. In IPO-verband is, gelet op de eigenheid van provincies, aangegeven dat het IPO zelf met een voorstel voor de basisset voor provincies zal komen die voor de begroting 2018 verplicht gesteld zal worden bij ministeriële regeling. In de begroting 2017 mogen provincies daarom nog gebruikmaken van de bestaande zelfgekozen beleidsindicatoren.

Om het nieuwe verdeelmodel, zoals opgenomen in het eindrapport van de commissie Jansen (2014), formeel te kunnen doorvoeren, is het nodig de Financiële-verhoudingswet (Fvw) te wijzigen. Het wetswijzigingstraject is gestart en de reacties van het IPO en de Raad voor de financiële verhoudingen zijn respectievelijk in april en mei 2016 ontvangen. Na verwerking van de beide adviezen zal het wetsvoorstel ter advisering aan de Raad van State worden aangeboden. Het streven is inwerkingtreding van deze wetswijziging op 1 januari 2018

Vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2016 vallen ook overheidsondernemingen onder de Vennootschapsbelasting (Vpb). Daarmee wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor private en overheidsondernemingen en worden ongewenste verstoringen van de concurrentieverhoudingen zoveel mogelijk voorkomen. De concrete impact is op basis van een quick scan onderzocht. Een aantal activiteiten vragen nog om een nadere uitwerking. Waarbij onze insteek is om de administratieve lasten en het betalen van Vpb zoveel mogelijk te beperken. Mogelijk raakt het ons beleid rond deelnemingen, vermogensbeheer en grond.

Jaarlijks moeten we 25% Vpb betalen over het saldo van bepaalde fiscale baten en lasten over dat jaar. Onderling kunnen baten en lasten met elkaar worden verrekend (gecompenseerd). Medio 2018 zal de aangifte Vpb worden ingediend over het boekjaar 2017. Een concreet bedrag aan te betalen belasting over 2017 is nu nog niet te berekenen. Op dit moment (augustus 2016) zijn namelijk nog niet alle landelijk geldende richtlijnen door de Belastingdienst gepubliceerd. Indien en voor zover over 2017 een last voortvloeit vanuit de Vpb, leggen wij dit via de Planning- & Controlcyclus aan u voor.

Betaalgedrag
Tijdige betaling van rekeningen is van wezenlijke invloed op de financiële positie van ondernemingen. Daarom is een goede invulling van betaaltermijnen onderdeel van het ondernemerschapsbeleid. De provincie heeft op dit punt een voorbeeldfunctie te vervullen.

Naam indicator

Omschrijving

Streef waar-de

2015

werk.

2016

2017

2018

2019

2020

Betaal-gedrag

Facturen betaald binnen 30 dagen

95%

86%

91%

93%

95%

95%